De universiteit is geen supermarkt
Studenten gedragen zich te veel als consument

De supermarkt is vanuit verschillende invalshoeken een zeer intrigerend fenomeen. Vanaf het moment dat je je als consument door die poortjes begeeft, begint er een spel tussen jou en de supermarkt. Met een boodschappenlijstje in de broekzak zeul jij die gangen door om uiteindelijk bij de zelfscankassa met trots naar de lage prijs op de bon te kijken. Ondertussen doet de supermarkt er alles aan om je het gevoel te geven dat er hier aan jou gedacht wordt. Die scherpe prijzen en persoonlijke bonussen? Die zijn er voor jou! Alles is zo ingericht dat je met een gerust hart de supermarkt weer verlaat, zonder het idee dat er flink aan je verdiend wordt. Dit is het spel tussen de consument en de producent, en een spel waar we allemaal impliciet mee instemmen.
Waar ik me zorgen over maak, is dat ik deze houding ook terugzie binnen het universitaire onderwijs. In dit artikel wil ik kort toelichten wat ik hiermee bedoel, welke problemen hieruit voortvloeien en ten slotte de studenten handvatten bieden om zich hiertegen te verzetten.
De verwachtingen van de student zijn vaak geworteld in het idee: “maar ik betaal hier toch voor”.
Laten we bij het begin beginnen: wat is nu eigenlijk een consument? De consument is iemand die goederen en diensten koopt om zijn of haar behoeften te bevredigen. In de supermarkt betekent dit dat de consument vooral gericht is op zijn eigen wil en gemak. Hij wil zo goedkoop mogelijk consumeren, in termen van geld, tijd en energie. Binnen een bepaald budget is de consument op zoek naar een bevredigend resultaat. De consument betaalt en wil dan ook bediend worden: alles wat het proces van je aankoop verstoort, wordt snoeihard afgekeurd.
Dit rollenspel speelt zich niet alleen af in de supermarkt; ook andere winkels die goederen of diensten aanbieden spelen in op deze consumentenhouding. Karl Marx zag echter al in 1867 dat dit rollenspel enkele sociale problemen met zich mee brengt. In zijn beroemde werk Het Kapitaal introduceert Marx de term 'warenfetisjisme'. Binnen het rollenspel van consument en verkoper verwijst deze term naar het verhullen van de sociale relaties die waarde toekennen aan producten. Hierdoor lijkt het alsof die waarde in de goederen zelf besloten ligt. Door de verhulling van de sociale relaties waaruit waarde voortkomt, mensen die arbeid verrichten en productie mogelijk maken, blijft enkel nog het product als drager van waarde zichtbaar. Neem nu een pak melk, we vergeten wie het gemaakt heeft, onder welke omstandigheden en met welk leed het geproduceerd is. We vergeten de ruimtelijke processen met logistieke activiteiten die ervoor nodig zijn om het in de supermarkt te krijgen.
Leren is een sociaal proces, en de waarde van onderwijs ligt niet in de leerproducten die het oplevert, maar in de sociale structuren.
Ik merk dat deze attitude en warenfetisjisme ook terrein winnen binnen de muren van de universiteit en specifiek in het klaslokaal. Bij het lesgeven komt vaak naar voren dat studenten duidelijke verwachtingen van onze cursus hebben die waargemaakt moeten worden door middel van een duidelijke structuur en relatief weinig mag kosten in termen van tijd en energie. Deze verwachtingen zijn vaak geworteld in het idee: “maar ik betaal hier toch voor”.
Zo wordt van ons docenten verwacht dat e-mails kraakhelder zijn zodat er geen ruimte is voor misinterpretatie. Veldwerk moet bij voorkeur dicht bij de campus plaatsvinden, omdat reizen per fiets of trein als een te grote investering wordt gezien. Ook het leeswerk ervaren studenten vaak als te overweldigend: de tijdsinvestering die nodig is om de stof echt te doorgronden, wordt als te groot gezien.
Deze attitude brengt tevens een vorm van warenfetisjisme met zich mee. Het organiseren, doceren en evalueren van vakken, inclusief het nakijkwerk, kost veel tijd waar veelal docenten over hun formele uren gaan om het onderwijs draaiende te houden. Toch blijkt uit veel studentmails weinig besef van deze inspanning; fouten van docenten worden zelden getolereerd. Leren is een sociaal proces, en de waarde van onderwijs ligt niet in de leerproducten die het oplevert, maar in de sociale structuren (waaronder de docent) die het leerproces mogelijk maken. Let wel, ook de docenten zijn niet vrij van deze attitude: soms wordt de student impliciet gereduceerd tot louter toetsproducerend subject om teleurstelling van verwachtingen te voorkomen, zoals ik eerder schreef op DUB.
Uit veel studentmails blijkt weinig besef van deze inspanning; fouten van docenten worden zelden getolereerd.
Nu is het niet mijn doel om alle kritiek die studenten geven dood te slaan. Veel vakken kunnen en moeten beter. Ik maak me echter zorgen om de manier waarop vakken worden gevolgd en de wijze waarop de kritiek wordt geuit.
Een student die zich gedraagt als consument zet zich niet in om te leren, maar is op zoek naar een amusante leerervaring die relatief weinig tijd kost. Uit een grondige review blijkt dat een actieve houding uiteindelijk diepgaand leren mogelijk maakt. Die houding vraagt veelal tijd, moeite, weerstand en een goede mate aan stress. Interessant genoeg blijkt dat studenten een heel andere perceptie van leren hebben. Onderzoek laat zien dat studenten in de regel de meest gestructureerde hapklare informatie ervaren als leerzaam, maar dat in de praktijk deze informatie op de lange termijn helemaal niet blijft hangen. Om goed te leren is inspanning nodig om zo ietwat complexe situaties te verwerken. Een lerende student is dus geen consument maar een producent: iemand die actief zijn eigen onderwijs vorm geeft.
Nooit zal ChatGPT kritisch naar je input kijken en vragen eens goed te reflecteren op je informatieverzoek.
Het gebruik van Large Language Models (LLM's), waaronder ChatGPT, toont de consument in het onderwijs in optima forma. De standaardinstellingen van een LLM beschouwen je als consument. Het geeft informatie over datgene wat jij vraagt. Nooit zal een LLM kritisch naar je input kijken en een vraag terugstellen met het verzoek eens goed te reflecteren op je informatieverzoek. Vraag je bijvoorbeeld om een uitleg van Marx’ warenfetisjisme, dan zal je een keurige samenvatting terugkrijgen. “Wat denk je zelf dat warenfetisjisme is?” zal niet een van deze antwoorden zijn. Bovendien weet een LLM niet waar jij je bevindt in je leerproces, iets wat een goede docent wel ziet.
De hapklare informatie die je krijgt na een consumentenprompt kan een prima startpunt zijn, net als de vele filmpjes en tutorials online. Maar uiteindelijk moet je actief met deze informatie aan de slag gaan.
Wat ik vooral wil meegeven is dat tijd, moeite, onzekerheid en mislukkingen inherent zijn aan het leerproces.
Ik weet dat het studentenleven veel tijd en energie kost, dus ik begrijp de verleiding om een relatief frictieloos pad te bewandelen. Het is dan ook helemaal niet verkeerd om bepaalde dingen uit te besteden, zodat je meer tijd en energie overhoudt voor andere zaken. Een goed voorbeeld hiervan is ons veelvuldig gebruik van navigatie apps om ons van A naar B te brengen. Het zelf kunnen produceren van een route vergt meerdere skills en kennis. Hoe ziet de omgeving eruit, hoe heten de wegen, hoe oriënteer je jezelf tijdens je reis?
Door een navigatie app te gebruiken geef je dit leerproces gedeeltelijk weg, aangezien je kennis van je locatie en oriëntatie niet wordt geactiveerd. De navigatie app neemt dit proces van je over zodat je hier niet meer over na hoeft te denken, en de meesten van ons zijn hier best tevreden mee. Maar onthoud: het uitbesteden en externaliseren van zulke vaardigheden en kennis is een keuze en deze keuze heeft gevolgen voor je eigen ontwikkeling. Om het weer te betrekken op het onderwijs: hoe meer de docent lastige keuzes en problemen van je wegneemt, hoe minder het leerproces wordt geïnternaliseerd.
Ik realiseer me dat de analogie van de consument ongemakkelijk is voor sommige studenten. Het is zeker niet mijn bedoeling om hun inzet en betrokkenheid bij de vakken tekort te doen. Integendeel, wij zijn juist blij met studenten die meedenken; een actieve student is van grote waarde! Wat ik vooral wil meegeven is dat tijd, moeite, onzekerheid en mislukkingen inherent zijn aan het leerproces. Niet alle structuur, informatie en vaardigheden zijn direct te bevatten. Dit brengt een zekere mate van moeite, stress en onzekerheid met zich mee. Het is de kunst om hiermee om te gaan, en probeer dit net als een spier te oefenen.
Vergeet niet dat de docent ook maar een werknemer is in een complex instituut met beperkte middelen.
In het verlengde van het warenfetisjisme: vergeet niet dat de docent ook maar een werknemer is in een complex instituut met beperkte middelen. Wantrouw ze niet te snel. Ik zie zelden docenten die hun onderwijstaak licht opvatten.
Natuurlijk begrijp ik waar een deel van de onderwijsgerelateerde klachten vandaan komen. Maar het is belangrijk om te beseffen dat het domein van klachten en reviews thuishoort in een consumentenwereld. Wanneer klachten worden geuit vanuit een zuiver consumentgerichte houding, missen ze vaak het besef dat ook de docent een actieve producent is. De toon van de muziek is belangrijk, en wees hier dus voorzichtig mee.
Tenslotte nog een korte opmerking naar de houding van de universiteit. Marketing en brand identity zijn aspecten van een supermarkt die consumenten proberen te verleiden tot een koop. Een publiek kennis instituut zoals de universiteit zou zich hier niet toe moeten laten verleiden, ondanks de harde bezuinigingen en efficiëntie-gedreven karakter dat ons veelal opgelegd wordt door de politiek. Behandel de student dan ook niet als een consument die een opleiding afneemt. Onze educatieve rol is veel meer dan dat.
Dit is een opiniestuk van Daniil Scheifes, junior universitair docent bij het bachelorprogramma Global Sustainability Science. Scheifes is als docent en onderzoeker verbonden aan het Copernicus Instituut. Opinies zijn ingezonden artikelen. Het standpunt van de schrijvers is niet per definitie ook het standpunt van DUB.