Studentensport tijdelijk gered, maar ...
'Als de financiering voor sport stopt, moeten wij de deuren sluiten'

“Gelukkig is de druk wat van de ketel. Wij zijn blij dat de minister zegt dat de financiering van studentensport voorlopig wordt gedoogd. Maar we zijn er nog niet. We moeten het wel in de gaten houden”, aldus Cees Verhoef, directeur van het studentensportcentrum Olympos.
De afgelopen weken waren voor hem enerverend. Minister Bruins had geschreven dat universiteiten en hogescholen geen geld zouden mogen stoppen in zaken als sport en cultuur. Dat zou volgens de minister oneigenlijk gebruik van overheidsgeld zijn. Onderwijsgeld mag de private markt niet verstoren, dus zouden studenten een ‘marktconforme’ prijs moeten betalen voor de sportvoorzieningen.
Nu heeft de minister recent gezegd dat hij niet zal handhaven op dit besluit. Dat betekent dat de huidige situatie gedoogd wordt. Maar het idee is nog niet van tafel.
Volgens Verhoef zou het doorzetten van de plannen desastreus zijn. “Als de financiering vanuit de universiteit stopt, zal Olympos zonder enige twijfel haar deuren moeten sluiten. Zonder de financiering vanuit de universiteit en hogeschool, zou Olympos voor studenten mogelijk 500 euro per jaar gaan kosten.” Nu kost zo’n all-in sportpas 165 euro. Die pas is nodig om lid te worden van een studentensportvereniging (SSV) en geeft studenten de mogelijkheid om onbeperkt van alle zeventig sporten die Olympos aanbiedt, gebruik te maken.
“Als alle sporters bij ons blijven, is er geen probleem, zegt Verhoef. "Maar iedereen weet dat dat niet gaat gebeuren. Een deel van de sporters zal bij zo’n hoge prijs ergens anders gaan sporten en een deel zal helemaal stoppen.”
Dat blijkt ook uit een enquête gehouden onder sporters van het studenten multi-sportcentrum van Amsterdam, USC. In een enquête onder 1403 respondenten geeft iets meer dan helft van de studenten aan dat ze zonder het centrum minder zouden sporten en 37 procent zegt helemaal te stoppen. Slechts 11 procent denkt evenveel te blijven sporten, maar dan ergens anders.
Ruerd Kroon (23), student Science & Business en dit jaar voorzitter van de Sportraad Utrecht, denkt dat die uitkomst ook voor Utrecht zou gelden: “Een student heeft niet veel geld te besteden en dat is vaak ook nog eens geleend. Als er nog meer druk wordt gezet op hun financiële keuzes zal sport zeker niet de voorkeur krijgen.”

Prijsverschil
Stel dat studenten niet meer op Olympos kunnen sporten en hun heil moeten zoeken buiten de universiteit - wat is dan het prijsverschil? Dat is niet zo makkelijk aan te geven. Olympos huist studentensportverenigingen en biedt allerlei sporten aan. Bij deze vrije sport kan je intekenen op cursussen of vrij gebruik maken van de fitnessfaciliteiten en de squash- en tennisbanen. Wie lid wordt van een studentensportvereniging, moet een Olympas hebben en kan naast sporten ij de eigen vereniging dus ook vrij sporten.
Als je de huidige kosten vergelijkt tussen de studentenvolleybalvereniging Protos en enkele reguliere verenigingen, zijn de verschillen niet groot. Alleen VVU is wat duurder, maar dat komt omdat ze een damesteam hebben in de eredivisie. Dat maakt de contributie voor alle leden significant duurder.
Ruerd: “Uit eigen onderzoek is gebleken dat de zaalhuur van verenigingen op Olympos vergelijkbaar is met die van reguliere verenigingen. Dus daarin zit niet het prijsverschil. Dat komt tot uiting in de eigen keuzes die verenigingen maken, zoals vrijwilligersvergoedingen en trainers die ze aanstellen.”
Er wordt dus een marktconforme prijs betaald door de studenten van Protos. Maar het voordeel is wel dat ze met de Olympas ook andere sporten kunnen doen, zoals een extra training in de fitness.


Voetbal bij Odysseus
Bij de studentenvoetbalvereniging is het beeld anders. Daar is voetballen bij studentenvereniging Odysseus wat aan de dure kant in vergelijk met voetbalclubs als Voorwaarts en Rivierwijkers. “Dat komt onder meer omdat Odysseus meer sociale activiteiten organiseert, zoals een weekendje weg,” zegt Ruerd. Kampong heeft dan weer een meer vergelijkbare prijs, maar heeft ook fitness faciliteiten.

Gemeentelijke ondersteuning
De reden dat reguliere sportverenigingen in prijs vergelijkbaar zijn, komt omdat zij ook subsidie ontvangen, zegt Verhoef. “Een sportveld kost ongeveer 60.000 euro per jaar en daarvan betaalt een vereniging slechts 14.000 euro. De rest komt voor rekening van de gemeente. Bij zaalsportverenigingen is de subsidie voor de zalen ongeveer de helft van de kostprijs.”
Voor Olympos komt de totale subsidie vanuit het hoger onderwijs neer op zo’n 41 procent. “Als de gemeente ook bijdraagt aan de sportverenigingen, waarom zou de universiteit of hogeschool dit dan niet mogen doen?”
Natuurlijk kan het zo zijn dat, als het hoger onderwijs sport niet meer mag financieren, Olympos ook in aanmerking kan komen voor gemeentelijke subsidies. Verhoef: “In dat geval hebben we ook geen probleem om de deur open te houden. Mogelijk zou sporten op Olympos zelfs goedkoper kunnen worden!”
Maar dan moet de gemeente wel flink in de buidel tasten en moet de Utrechtse sportbegroting “flink omhoog”. “Dus eigenlijk ontziet de universiteit de gemeente op deze manier,” concludeert Verhoef. Volgens een recent artikel in het AD Utrechts Nieuwsblad geeft de gemeente Utrecht nu al 137 euro per inwoner uit aan sport. De studentensport krijgt daar helemaal niets van.
Daarnaast is Verhoef van mening dat de keuze voor een vereniging niet gebaseerd op de hoogte van de contributie, maar heeft elke vereniging gewoonweg zijn eigen doelgroep, zoals bijvoorbeeld studenten. “Zo krijg je een echt clubgevoel. En, als er slechts één vereniging zou zijn, zou je ook alleen nog maar interne competitie kunnen spelen. Dus ze hebben elkaar nodig.”

Vrij sporten
Als je kijkt naar de cijfers van het vrij sporten lijkt Olympos op het eerste gezicht goedkoper dan de commerciële sportscholen. Een jaar sporten bij bijvoorbeeld een sportschool als BasicFit kost 324,87 euro per jaar (los van het inschrijfgeld van 19,99 euro) en bij SportCity kost het budgetabonnement 285,87 euro.
Studenten zijn dus goedkoper uit bij Olympos. Dat is volgens Verhoef logisch. “Die sportscholen hebben een winstoogmerk, Olympos niet.”
Maar het belangrijkste verschil is volgens Verhoef dat Olympos een hele andere functie dient dan commerciële aanbieders. “De fitness is hier slechts een klein onderdeel. We bieden met een all-in prijs veel verschillende sporten aan zodat iedereen kan ontdekken welke sport bij hem of haar past. En wij willen het betaalbaar aanbieden voor een specifieke doelgroep met een kleine beurs. Bij een commerciële instelling werkt dat niet zo. Een student die alleen fitness doet is goedkoper dan een SSV-lid die naast het sporten bij de vereniging ook een andere sport beoefent. Nu gebruiken we dat verschil om duurdere sporten ook betaalbaar te maken. Dat zou dan straks niet meer kunnen.”
Maatschappelijke functie
Een mogelijke manier om Olympos te behouden zonder subsidie van het hoger onderwijs, is om flink af te slanken en meer te gaan lijken op deze commerciële sportscholen. “We zouden dan moeten stoppen met het huren van de dure velden en dat betekent dat we geen plek meer hebben voor de studentensportverengingen.”
Daarmee zou Olympos haar maatschappelijke functie verliezen en meer druk leggen bij de reguliere verenigingen. En die extra kosten worden dan doorgeschoven naar de overheid.
Niet sporten is duurder
“Sporten heeft ook een grote preventieve werking,” stelt Verhoef naar aanleiding van een whitepaper, gepubliceerd door Studentensport Nederland. Sporten heeft een positieve invloed op de gezondheid. De grootste impact heeft sport op jongeren in de leeftijd tot 23 jaar. Het vermindert bijvoorbeeld de kans op hart- en vaatziekten, kanker, diabetes en obesitas.
Daarnaast heeft het ook een mentaal voordeel. Zo hebben sporters meer zelfvertrouwen en een beter gevoel van eigenwaarde. Ook zijn er bewijzen dat er beter geconcentreerd kan worden op bijvoorbeeld de studie.
Het stimuleren van sporten is dus goed voor het studentenwelzijn en spaart geld uit in de gezondheidszorg. Zowel Verhoef als Ruerd zouden het daarom heel dom vinden als de minister zijn plannen doorzet. “Studentensport blijven subsidiëren heeft alleen maar voordelen.”